Faculteit der Exacte Wetenschappen		Tentamen Inleiding Programmeren
Vrije Universiteit				28 januari 2000
						tijdsduur : 3 uur
-------------------------------------------------------------------------------

Opgave 1.

  a)	Is het voor een methode mogelijk om de inhoud van een als parameter
	meegekregen object te veranderen? Verklaar je antwoord.

	Wat is de uitvoer van het onderstaande stukje code?
	Verklaar je antwoord.

		Output out = new Output();
		String s = "declaratie";
		int i = 0;

		void init (String string, int i) {
		    string = new String("test");
		    i = 10;
		}

		init(s, i);
		out.println(s);
		out.println(i);

  b)	Schrijf een methode

		int grootsteZevenvoud (int n)

	die het grootste zevenvoud uitrekent dat niet groter is dan n. Gegeven 
	is dat n >= 0. Een zevenvoud is een getal dat deelbaar is door 7. 
	Maak geeb gebruik van de operatie % (modulo) of van een van de 
	wiskundige methodes uit de class Math.

  c)	Declareer een variabele "matrix" die een twee-dimensionaal array met 
	elementen van het type double van 13 rijen en 13 kolommen bevat. 
	Doe dit gestructureerd, d.w.z. gebruik indien nodig constanten.

	Schrijf een methode "gemiddeldeBovenDiagonaal" die voor een willekeurig
	tweedimensinaal vierkant array van doubles kan retourneren wat het 
	gemiddelde is van de getallen die in de matrix, boven de diagonaal
	die van linksboven naar rechtsonder loopt, staan.

  d)	Gegeven is het programma in de onderstaande class:

	class Opgave_1d {

	    Output out;
	    int a = -1,
	        b = 4;

	    Opgave_1d() {
		out = new Output();
	    }

	    int methode1 (int c, int b) {
	        int a = c;
	        b = a + c;
		c = b * a;
	        methode2(c);
	        out.println(a);
	        out.println(c);
		return b;
	    }
	    void methode2(int b) {
		b = b + a;
		a = a + b;
	        out.println(a);
	        out.println(b);
	    }

	    void start() {
	        b = methode1(a, b);
	        methode2(a);
	        out.println(a);
	        out.println(b);
	    }

	    public static void main(String argv[]) {
		new Opgave_1d().start();
	    }
	}

	Welke uitvoer geeft dit programma?

Opgave 2.

  	Voor een hier niet nader genoemd wetenschappelijk onderzoek worden 
	metingen uitgevoerd waarvan de resultaten als punten in het XY-vlak
	getekend zullen worden. Hiervoor zijn de onderstaande classes 
	'Coordinaten' en 'Punt' gegeven. De class Coordinaten geeft de 
	coordinaten aan waar het meetpunt getekend moet worden en de class Punt
	bevat informatie over het meetpunt (o.a. de coordinaten).

	class Coordinaten {

	    int x, y;

	}

	class Punt {

	    Coordinaten coordinaten;
	    String datumMeting;
	    int nummer;

	}

  a)	Voeg aan de class Coordinaten een constructor met twee parameters toe
	die het Coordinaten-object initialiseert op de via de parameters 
	ontvangen x- en y-coordinaat.

  b)	Voeg aan de class Punt een constructor zonder parameters toe die het
	Punt-object initialiseert op een leeg punt, d.w.z. dat de coordinaten
	(0,0) zijn, het String-object de lege string is en het nummer 0 is.

  c)	Maak een class Meting welke een object definieert dat een meting
	van maximaal 150 punten kan bevatten en een methode voegToe bevat om
	een punt toe te voegen aan de meting.

  d)	Voeg aan de class Meting een methode

		int aantalInRange(int ondergrens, int bovengrens)

	toe die telt hoeveel punten van een meting een nummer hebben dat in de 
	range ondergrens..bovengrens (inclusief onder- en bovengrens) ligt.

	Pak dit gestructureerd aan door eerst aan de class Punt een methode
	met de naam 'inRange' toe te voegen.


Opgave 3.

  a)	Uit de wiskunde is de driehoek van Pascal bekend. Hieronder staan de 
	eerste zes rijen van deze driehoek. 
	
					1
				1		1
			1		2		1
		1		3		3		1
	1		4		6		4		1
1		5		10		10		5	       1

	Voor deze opgave zullen we deze rijen beginnen te nummeren met 1, zodat 
	van het afgedrukte gedeelte van de driehoek de bovenste rij (waar 
	alleen de '1' in staat) de rij met nummer 1 is en de onderste rij de 
	rij met nummer 6 is

	Voor een willekeurige rij met nummer i geldt dat deze rij i elementen
	bevat. Als we pascal(i,j) definieren als het j-de getal van de i-de rij,
	dan geldt dat dit getal gelijk is aan 1 als j het eerste of het laatste
	getal van de i-de rij aanwijst. Voor ieder getal dat tussen het eerste
	en laatste getal van een rij inligt, geldt dat dit getal verkregen wordt
	door uit de voorgaande rij het (j-1)-ste en j-de getal te sommeren.

	Schrijf een recursieve methode pascal om het j-de getal van de i-de rij
	te bepalen. De heading van de methode pascal moet er als volgt uitzien:

		int pascal (int i, int j)

	Bij het schrijven van de methode mag er vanuit gegaan worden dat de
	aanroep correct zal zijn, m.a.w. aanroepen als pascal(1, 10) of met
	waarden van de actuele parameters <= 0, zullen niet voorkomen.

  b)	Gegeven is de onderstaande class C.

		class C {

		    int i;
		    String s;
		    C c;


		    C (int integer, String string, C cObject) {
			i = integer;
			s = string;
			c = cObject;
		    }


		    boolean gelijk (C rechterOperand) {
		      /* Deze methode vergelijkt het object met de parameter
			 rechterOperand en retourneert true als 
			   - de variabelen i en s van het object dezelfde 
			     waarde hebben als de overeenkomstige variabelen 
			     van de parameter rechterOperand 
			   en 
			   - de variabele c van het object gelijk is aan de
			     overeenkomstige variabele van de parameter
			     rechterOperand.
		      */
		    }

		}

	Geef een recursieve implementatie van de methode gelijk() uit de class
	C. Gebruik als stopcondities dat de parameter rechterOperand en/of
	de variabele c van het object gelijk aan null kunnen zijn.




Waardering

	Opgave  a       b       c       d       e       f       totaal
	1.	4	4	4	4       	         16
	2.	2	2	4 	4        	       	 12
	3.      3       5                                         8
						                 -- +
						                 36

	Het eindcijfer E volgt uit het puntentotaal T als volgt : E = T / 4 + 1